Ik kijk je aan, lach... Al valt er niets te lachen. Je zwijgt, al valt er genoeg te zeggen.
Je eens zo mooie haar, tot over je schouders ...
Ooit leek de tijd geen vat op ons te hebben, de dagen duurden eindeloos lang.
Hand in hand zouden wij samen oud worden ...
Ons jawoord leek te zijn ingegeven door een hogere macht.
Nu liggen slierten van je prachtige haar op de kille badkamervloer.
Ik kijk je aan ... zoek naar woorden ...
Mijn lippen willen zich samenspannen, maar herinneren zich volmondig ja.