De nu eeuwige stilte doorbreekt het geluid dat jarenlang klonk.
De opgeruimde spullen benadrukken wat ik wel heb bewaard. In de verte van het verleden vind ik in het berghok een handtas.
Knip, hij gaat open. Bovenin diverse toneelsieraden. Ik herken ze omdat ik er vroeger mee speelde als ik op tv een film had gezien, van bijvoorbeeld een brandkastkraker.
Maar meer nog doordat ze op de foto in mijn huiskamer het collier omheeft dat ik nu in mijn hand houd. Ze staat voor een microfoon en draagt een mooie lange jurk.
Onder in de tas een poederdoos waarmee mijn zusje altijd speelde.
Ik doorbreek een stilte; het voelt alsof ik jarenlang niet heb gesproken als ik hardop tegen haar foto zeg:
‘Mama.’