Rood met witte stippen
Rood, met witte stippen waggelt zij - in haar nachtjapon naar binnen. Heen en weer, heen en weer; op haar spillebenen, zuchtend en steunend.
Zij is vel over been:
‘Ggggoedemorgen, goedemorgen,’ hakkelt ze en haar Croc sandalen kraken op het Linoleum.
Ze schuifelt voetje voor voetje en haar sandalen blijven plakken aan de pas gedweilde vloer.
Zwaar steunt ze op de vierpoot.
Plots klinkt een keiharde klap, geschreeuw en haar spillebenen vliegen door de lucht.
‘Moet je maar niet zo staan te wippen, eigen schuld dikke bult’ verzucht de schoonmaker zich en strijkt bedachtzaam over zijn zz-top achtige baard.
Urre, urre (vliegeren in Meppel omstreeks 1960)“Urre, urre” schreeuwde ik, terwijl ik de pedalen van mijn fietsje wild rondtrapte. Zweet parelde op mijn voorhoofd.We hadden meivakantie en dan...