Als stiefkind waren wij niet werkelijk van belang, slechts verbonden door de naam, die op de voorgevel prijkt als eerbetoon aan lang vervlogen tijden.
De sportschool als zodanig is op sterven na dood en het voltallig personeel is getuige van het wanbeleid en hoe de familienaam bezoedeld wordt, door een zekere dame, die tegen beter weten in de scepter zwaait.
Toch is deze school meer dan enig ander, een begrip, verweven met herinneringen, in de harten van zo velen.
Vroeger, ja vroeger danste ik voor de spiegel, mijn spierballen tonend onder de uitgelaten oh's en ah's, de beat weerklonk uit de zaal en de haardracht alom was kort en strak.
Het testosteron was voelbaar en de illusie was vooralsnog maakbaar, buik in en borst vooruit, ja even voelde ik mij niet het dikste jochie van de klas.
De goden van voorheen, tooien zich nu in grijs, de muziek zwijgt als voorportaal van het hemels paradijs, immers de laatste ademtocht is bij de prijs inbegrepen.