Mijn oma zit me al op te wachten.
Ze woont nog altijd op de boerenstee en was vroeger keuterboer.
Haar alom bekende flesje eau de cologne staat binnen handbereik.
Ik schuif aan tafel met het zeil in bloemetjes motief uit vroeger jaren.
De gaten in het zeil verraden dat er wel eens as naast de asbak belandde.
Pa en opa waren stevige rokers, wie niet in die tijd.
We praten wat en grootmoeder opent met gerimpelde handen de doos
waar vroeger sigaren in zaten.
De tafel ligt niet veel later vol met foto's met een verhaal.
Er komen oude foto's uit vroeger tijden voorbij.
De tijd staat weer even stil in deze vluchtige tijd.
Kiekjes in zwart-wit die in geel veranderd zijn, met een karteltje minder
of een grote koffievlek.
Ik pak een foto en ze blijken in mijn handen tot leven te komen.
Melken deed je in de wei en de koeien kwamen vanzelf, ik herken mijn pa.
Koeien hadden op stal hun eigen drinkbak, daar staat Greta 2.
De verhalen die duizenden keren verteld zijn maar toch uniek blijven.
Nu begrijp ik waarom je foto's nooit in een album moet plakken.
Klokslag vijf uur.
Mijn oma zet de aardappels op het vuur.
Sommige dingen veranderen nooit.
De tafel wordt gedekt en de foto's verdwijnen weer in de opbergdoos.
Straks samen eten en kletsen.
Ik kijk nog even op mijn mobiel, drie berichten gemist.
De foto's zie ik later wel.