Jan snijdt het brood.
Hij werpt een blik op de Delfst Blauwe wandtegel boven de tafel:
‘De mens wikt, maar God beschikt...’
Hij vouwt zijn handen samen en heft zijn handen ten hemel.
Het heilige vuur word in hem ontstoken.
Vandaag gaat hij de ongelovigen bestrijden; de armzaligen van geest.
De predikant heeft hem de weg gewezen...
Hij slaat de bijbel open en leest over de waarheid en het leven.
De andere wang toekeren is niet aan hem besteed.
Het “brood des levens” overigens ook niet... Daar kan hij toch echt geen brood in zien.
Kakkerlak had het zwaar. Ze was tot de overtuiging gekomen dat ze een fors imagoprobleem had. Ze werd met voeten getreden. Letterlijk! Overal waar ze haar gezicht liet zien probeerde men haar dood...