Ik lach, al valt er weinig tot niets te lachen.
Ik huil, al doe ik maar alsof ...
Mijn lichaam is het ruilmiddel bij uitstek.
Harde valuta voor harde seks.
Ik ben het levende bewijs dat berouw na de zonde komt.
Mannen huilen in mijn armen, bitterzoete tranen ...
Ik dep hun tranen met mijn lange haar.
Even, ja even lichten hun ogen op ...
Uit de goedheid van hun hart ... voegen zij een tip aan de sluier toe.
Niemand die mij werkelijk kent ... ik laat mij niet kennen.