‘
‘Ma leest nog een keer voor uit het grote boek van hilarische familiemomenten.’
Haar kinderen kennen het verhaal uit eerste hand, maar haar kleinkinderen nog niet.
Voor hen was opa een goedzak die nooit boos werd, die alle vier de kleinkinderen tegelijk op zijn knieën kon laten paardjerijden, de opa die alles wilde, met de conditie van nog geen twintig seconden kunnen meevoetballen, maar zich wel voordeed als de weldoener uit een andere dimensie waar drie keer in het jaar, bij elk kleinkind en bij elk rapport, briefjes van tien uitfloepten.
Alle vier de kleinkinderen zitten op de camel kleurige vloerbedekking, in een halve cirkel aan haar voeten. Zij willen dat ene verhaal ook een keer horen, maar alleen van oma.
Maar het blijkt dat oma helemaal niet in staat is om dat verhaal te vertellen, bij de eerste woorden al schieten haar de tranen van herinnering in de ogen, het is nog te kort geleden dat hij er was, de oudste dochter neemt het over.
Verwachtingsvolle stilte, alleen de allerjongste doet niet mee, zij begrijpt niet waar het om gaat.
De oudste dochter begint.
“Opa en oma hadden er meer dan een gewoonte van gemaakt, een ritueel bijna, elke zaterdagmorgen tuften zij in hun groene middenklasser naar het kerkhof.
Eens in de maand met een emmertje sop en een borstel en vele keren in het jaar met bloemen of een krans van dennentakken.
Ook op die ene bewuste zaterdagmorgen, de weg ernaar toe ging alles nog goed, maar op de terugweg ging er iets mis.
Voor alle duidelijkheid,” zegt de voorleesmoeder, “opa en oma waren niet meer de jongsten, dat weten jullie, en jullie weten ook dat opa nogal vergeetachtig was.”
Drie van de vier kleinkinderen knikken instemmend.
“Ik bedoel dat opa nogal heel erg veel vergeetachtig was, soms teveel.”
De oudste van twaalf lacht en knikt als enige, de anderen denken na over die informatie.
“Het ging mis omdat opa zich op de terugweg van dat kerkhof een beetje vergiste in de weg die hij wekelijks reed.
Opa was, zogezegd, de draad een paar een beetje kwijt geraakt omdat die wegen daar ook zo verrekte veel op elkaar leken.
Met al zijn aanwezige benul was opa de verkeerde weg ingereden, oma zag het maar deed of ze niets merkte.
“Jullie kennen opa, die wilde immers nooit toegeven dat hij verkeerd zat, of dat hij ongelijk had.”
Twee kleinkinderen knikken.
“Opa wist bij god niet meer waar hij zich bevond, en hulp inroepen van iemand die het wel wist en ook nog naast hem zat, zou hij in lengte van dagen niet doen. Geen haar op zijn zo goed als kale dak die daar aan dacht, en al helemaal niet in het gebied waar hijzelf was opgegroeid, geen denken aan.
En of het nu een wanhopige poging was of dat opa ineens een lichtend idee had, wat dan ook, opa had ineens een bijzonder helder moment, de oplossing, hij had het weggetje binnendoor gevonden.
Terwijl oma haar blik op oneindig hield, de goede weg in gedachten had en de ergernis voelde oplopen, stuurde opa pardoes de groene middenklasser rechtsaf de vermeende binnendoor weg in, daar waar een lange beukenhaag een opening vertoonde.
Bij een riante en ruime middenklasser woning de inrit in, recht op de erker af met rode geraniums, op tijd sloeg hij rechtsaf en hobbelde het keurige gazon over tot aan de beukenhaag, daar hield zijn weg plotseling op. De groene middenklasser stond ineens stil, met alle vier de wielen pontificaal in een goed onderhouden fleurig bloemenperk.
Ma, verblijvend in het midden tussen berusting en opwinding, schrok zich eerst bijkans een verzakking aan haar zwakke hart, en verviel toen in een soort van crises, de voortekenen van een lachbui die doorgaans niet snel eindigde.
‘Wat krijgen we dan nou,’ had opa geroepen, ‘de weg loopt hier ja dood.’
Een moment is het oorverdovend stil in de groene middenklasser, toen begon oma onbedaarlijk te gieren, gelijk een lachzak met nieuwe batterijen.
De eigenaar van de woning, een man als bulldozer, in alles gespierd en gekleurd wat uit zijn strakke mouwen stak, zag het gebeuren en was ondertussen zijn achterdeur uitgekomen en bonkte op het raam aan de bestuurderskant, waarschijnlijk om verhaal te halen.
Opa knikte en gebaarde maar keek tevens onverstoorbaar naar links en naar rechts en mompelde, ‘hebben we onderweg nog iets geraakt?’
Oma gaf wel geluid maar geen antwoord.
Opa rammelde aan de versnellingspook en de bak schokte achteruit, zo ongeveer in hetzelfde diepe profiel in het mooie groene gazon, daarna draaide opa routineus aan het wiel en de auto knerpte bij. De spierbundel toonde boosheid, sloeg op de motorkap en stapte er met grote boze stappen achter hem, daar wachtte opa niet op, het voertuig brulde, het grind spoot omhoog en opa gierde de inrit uit.
“Daar zaten we een beetje mis, volgens mij,” zei hij even later met een opmerkelijk gevoel voor realiteit.
“Volgens mij ook,” probeerde oma te reageren, maar dat was onverstaanbaar.
Vlak voor de inrit van hun eigen woning was ze enigszins gekalmeerd.
‘Daar voor ons,’ zei ze met ingehouden emotie, ‘daar bij die grote linde, daar kun je rustig afslaan.’
“Jongens, zo gebeurde het,” zegt de voorleesmoeder, “dit is zomaar een willekeurig verhaal uit de bundel; ‘avonturen van opa en oma.”
Drie van de kleinkinderen zijn muisstil en denken na of opa wel zo grappig was en waar ze dan om moeten lachen.
Jan van Beek
02-10-2023 |
Enthousiast over deze inzending?
![]() | Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk hieronder of klik eerst op TOELICHTING voor de werkwijze. |
Wees de eerste om commentaar te geven.
![]() | Graag jouw waardering voor de kwaliteit van deze inzending: Stem 1=minimaal, 2=matig, 3= voldoende, 4=goed, 5=perfect. |
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.
Klik op een titel om de inzending te lezen.