Een oude vrouw met rollator, versierd met kerstballen en takjes komt op mij af.
'Jan, waar kan ik de pannenkoekenmix vinden'.
Ik vertel haar, 'bij het derde stoplicht links af'.
Ze kijkt me verbaasd aan en ik zeg spontaan, 'zal ik met u meelopen'.
De dame, 85 jaar inmiddels is bij de tijd en lacht 'oh, gezellig'.
Samen gaan we op zoek naar de pannenkoekenmix.
We lopen langs de kerstman met Rudolph in de sneeuw aan zijn zijde.
Ze komt altijd boodschappen doen in onze buurtwinkel.
We kennen elkaar al jaren.
Ik mag jij tegen haar zeggen maar u heeft mijn voorkeur.
We hebben elkaar altijd veel te vertellen over vroeger en nu.
Vroeger was alles beter en ik begin haar nu ook te geloven als je al 27 jaar
met haar in gesprek bent.
Alles gaat een tandje langzamer bij Sofie.
Ik slof geduldig achter haar aan.
We volgen altijd haar boodschappenlijstje.
Je begrijpt het al, we zijn de winkel al 5 keer rondgelopen.
Ik ben haar hulpje als ze boodschappen komt halen.
Dat gaat zo met de jaren.
Zelfs het inpakken bij de kassa doen we samen.
We praten rustig verder.
De laatste zin is tegen haar gewoon, 'ik wens u nog een fijne dag'.
Bij de uitgang staat de kerstboom en de lichtjes branden.
Al jaren blijft ze even staan kijken bij de kerstboom als deze in volle glorie staat.
Er komt steevast een moment dat ze omkijkt.
We nemen altijd afscheid met een zwaai.