Aan de kust is alles goed. Het waait daar ook, maar dat voelt eerder zoet. Met goede lucht in je longen, brengt de zee ontzag, in rust. Het is daar waar ik mijn geliefde voor het eerst heb gekust. Haar ogen, 't is misschien een cliché. Ja, die waren gewoon nog dieper dan die zee. Ze glimlachte wanneer ik speelde met haar haar. We waren verliefd, met ons twee, aldaar.
Ik keer nog wel eens terug naar de kade. Maar het leven kent met mij geen genade. Ze brengt mij nog steeds rust, die zee. Maar ze brengt geen liefde meer voor mij mee. Die is overgevaren, vast naar Engeland. Waait daar vast over een strand. Want daar waait het ook, en dat voelt eerder zoet. Aan de kust is immers alles goed.