Schrijversambities vs bekwaamheid
Schrijven door te oefenen
Ongeveer een miljoen Nederlanders koesteren schrijversambities. Een onbekend aantal van hen kan inmiddels meepraten over de frustratie van wel een boek te hebben geschreven, maar geen uitgever te kunnen vinden die het ook wilde uitgeven (tenzij de auteur zelf alle kosten voor zijn/ haar rekening nam).
Maar waarom leggen schrijvers in spé de lat dan ook meteen zo hoog?
Als iemand –om maar wat te noemen- boekhouden gaat leren, vinden we het toch ook vanzelfsprekend dat diegene eerst uitentreuren theoretische kennis en praktijkervaring opbouwt, alvorens we hem/ haar het maken van een volledige balans en resultatenrekening durven toe te vertrouwen?
Dat er zo nu en dan getalenteerde mensen zijn die met een 'bestseller' debuteren betekent namelijk absoluut niet dat werkelijk iedereen met een, op zich, goed verhaal vanuit een schijnbaar niets complete boeken kan schrijven en laten publiceren!
Mensen gaan schrijven omdat ze iets met zoveel mogelijk anderen willen delen en zo mogelijk zelfs willen beïnvloeden. Dan is het van belang om van tevoren zo zeker mogelijk te weten dat de boodschap ook goed over komt!
Wat dat betreft is het voor het gros van de potentiële schrijvers waarschijnlijk verstandiger om schrijven te vergelijken met andere vormen van vakmanschap (of met sport): je verwerft er bekwaamheid in door te oefenen!
Dat kan gelukkig op veel manieren.
Notuleren van vergaderingen en naderhand aan de aanwezigen vragen of het besprokene representatief is samengevat in het verslag is, bijvoorbeeld, een veilige manier om te testen of gegevens en feiten goed zijn overgekomen.
Een grotere uitdaging is het effectief overbrengen van een specifieke boodschap.
Een beperking van geschreven communicatie is immers, dat de lezer niets waarneemt van de gevoelens, intenties of non-verbale communicatie van de schrijver, waardoor een boodschap vaak anders wordt opgevat dan hij was bedoeld. Meer nog dan bij het uitwisselen van gegevens en feiten, is veel 'feedback' van lezers dan belangrijk!
Proefondervindelijk kan worden ontdekt welke woorden, typografie, accenten en noem maar op, daarvoor nodig en beschikbaar zijn.
Het overbrengen van specifieke boodschappen kan worden gedaan door:
- (zakelijke voortgangs)rapporten te schrijven,
- deel te nemen aan discussies op sociale media,
- ingezonden brieven te schrijven aan kranten en tijdschriften,
- 'blogs' op internet te plaatsen;
- en dergelijke.
De schrijver in de dop bouwt hiermee ondertussen een beetje naamsbekendheid op in een grotere kring dan de eigen. Dat kan er weer toe leiden dat hij of zij wordt gevraagd om een artikel of column te schrijven!
Een plezierige bijkomstigheid van deze manier van werken is, dat je al naar eer en geweten kunt zeggen dat er werk van jou is gepubliceerd! Voor mensen die een minder hoge prioriteit kunnen of willen geven aan het zich echt zetten aan het schrijven van een boek (zoals ondergetekende) is dat een uitkomst!
Er worden bovendien regelmatig initiatieven ontplooid voor bundels waaraan iedereen een bijdrage kan leveren. Meewerken aan zoiets biedt iemand meteen de mogelijk om praktisch kennis te nemen van wat er zo al komt kijken bij het uitgeven van een boek.
© Nico van den Bergh