Haar vlechtjes wapperen in de volle galop. Ze kraait het uit van plezier wanneer ik mijn benen open als gaten in de weg. Bij elke val schud ik haar zachtjes heen en weer. Telkens keert haar gezicht terug naar ernst om me het volgende ritje af te dwingen.
‘Tegenwind!’ joel ik en blaas op haar voorhoofd. Ze knijpt haar ogen dicht met schokkerige knorretjes in haar elvenlach. Ik bijt op mijn lip bij het vertederende aanzicht. Haar luiken vallen weer open. Een naderende iris gunt me steeds meer kleurenpracht tussen de fladderende wimpers. Ik gniffel als ze kriebelend in de mijne verstrikt raken. Haar lippen glijden over mijn wang naar mijn mond.
‘Tegenwind!’ joel ik en blaas op haar voorhoofd. Ze knijpt haar ogen dicht met schokkerige knorretjes in haar elvenlach. Ik bijt op mijn lip bij het vertederende aanzicht. Haar luiken vallen weer open. Een naderende iris gunt me steeds meer kleurenpracht tussen de fladderende wimpers. Ik gniffel als ze kriebelend in de mijne verstrikt raken. Haar lippen glijden over mijn wang naar mijn mond.
‘Ik wil met je trouwen, pappa,’ kust ze.