In de tuin van mijn herinnering bloeien er geen rozen en de breekbare bomen zijn geknot, ontdaan van hun frisse groene scheuten die beloften van groei inhielden.
Donker was er heerser met wantrouwen als vazal.
Ik bouwde me een veilige schuilplaats met zware stenen die jaren zou standhouden, niemand kon binnen kijken, niemand die me kon raken.
Maar toch...
Door vergeten kieren en spleten kwamen vriendschap en liefde op voorzichtige voetjes binnengeslopen...onstuitbaar...
En werden huiverig en met vrees en achterdocht ontvangen.
Maar stilletjesaan brak liefde, onontkoombaar zoals ze is, mijn schuilplaats af, steen voor steen...
Zodat de zon de schaduwen liet verdwijnen en de moed geboren werd om het leven te beleven zoals het is.
Om diegene te worden die ik al jaren geleden had moeten zijn.