Af en toe schrijf ik liedjes en nee, ik heb geen ‘hits’ op mijn naam staan. Waarschijnlijk heeft dat met de kwaliteit ervan te maken, alhoewel het abominabele gehalte van sommige liedjes die het wel tot ‘hit’ geschopt hebben mij wel eens aan het twijfelen brengt. Dat terzijde, want ik laat het scoren van hits graag over aan echte muzikanten. Ik schrijf om een andere reden.
Mij gaat het om knutselen en klooien met woordjes, melodietjes, lekkere gitaarloopjes, galmende mondharmonica’s, een voorzichtige sax, bijpassende bastoontjes en fabrieksdrumpatronen uit de IPad. Ik gebruik graag echte instrumenten, maar bij gebrek aan een drumstel en drumvaardigheid moet ik daarvoor noodgedwongen terugvallen op de app. Meestal ben ik er een uurtje of vier mee van de straat. Daarna luister ik het wel twintig keer af en dat levert dan nog allerlei kleine correcties op. Vervolgens stuur ik de opname naar Roland Vonk van RTV-Rijnmond die mijn liedjes met zijn grenzeloze goedmoedigheid meestal wel een keer draait op de radio. Dan is het klaar. Daarna wordt het lied bijgezet in de peilloze krochten van Rolands archief en in de map ‘liedjes’ op mijn laptop.
Heel af en toe hoor ik dat iemand heeft genoten van een liedje en toen ik laatst vernam dat er eentje op iemands begrafenis is gedraaid, kon ik maar één conclusie trekken: mijn fans liggen op het kerkhof.