Lotje
Overlaatst kwam ik thuis van een filosofielezing over Spinoza.
Al mijmerend over het ‘goede’ leven, openbaring, verwondering en het Goddelijke, hing ik m’n jas aan de kapstok en deed de deur open.
Daar zat zij, Lotje. Ik had haar wel drie uur alleen gelaten en ze is nog maar vijf jaar…
Zij bekeek me eerst wat wantrouwig tot ze me had ingeschat. En toen brak haar hart: “Ik dacht dat je nooooooit meer ging thuiskomen” leek ze wel te snikken, “en ik kreeg de koelkast niet open!”
Ik gaf haar een dikke knuffel en een koekje, deed haar de leiband om en volgde haar kwispelstaart naar buiten.