We nemen afscheid en lopen naar de voordeur, doen die open en voor ons staat een bekende. Hij geeft ons een hand en groet beleefd.
‘Wilt u misschien naar binnen?’ Ik houd de deur uitnodigend voor hem open.
Hij denkt even na en antwoordt heel beslist: ‘Nee, hoor. U woont hier toch?’
‘Nou, volgens mij woont u hier.’
Verbaasd kijkt hij ons om en om aan. ‘Ik? Was dat maar waar!’
We schieten gedrieën in de lach. Blijmoedig schuifelt de man verder de gang in waar een vriendelijke verpleegster hem bij de arm neemt en terug naar huis brengt.
Bron: https://robertbeernink.nl/