Ja, nee. Ik heb het moeilijk met het maken van keuzes. Ja, op het besluiteloze af. Nee, besluiteloos mag ik niet zeggen, want uiteindelijk neem ik wel altijd een beslissing. De juiste of de verkeerde, wie zal het zeggen.
Kiezen is verliezen, dat is een waarheid als een koe. Twee fraaie uitdrukkingen uit onze mooie Nederlandse taal. De ene al wat logischer dan de andere. Als je voor mogelijkheid A opteert, verlies je soms mogelijkheid B. Dat is vanzelfsprekend en evident tegelijkertijd. Een koe is dan weer niet vanzelfsprekend, want die loeit. Toch is het mooi gezegd. Het klinkt en het huppelt. Zo ga ik zelf ook om met taal. Ik volg alle logische regeltjes met veel plezier maar anderzijds mogen ze me niet beknotten. Wie altijd en overal de regels volgt en nooit eens een heel klein beetje stout of andersdenkend is, zal nooit ofte nimmer ontdekken wie hij is en waar zijn of haar grenzen liggen. Wie van taal houdt, speelt ermee. Dat mag. Dat is zelfs vrolijk en stoeierig. Zoals de liefde. Liefde en speels zijn maken het leven leefbaar, ondanks alle leed. Draaglijk mooi, op het prachtige af.
Ik voel me dus niet belemmerd. Zelfs niet in het kiezen. Ik hink niet op twee gedachten, want hinken is strompelen en trekkebenen. Dat klinkt zo verschrikkelijk onnodig en gebrekkig! Wat ik veel liever doe is ‘hinkelen’ op twee gedachten. Speels en ongedwongen kiezen, zonder het gevoel te hebben dat ik verlies. Integendeel. Het gevoel dat ik speel. Me amuseer. Ja, Nederlandse taal, ik hou van je maar toch heb jij ook je gebreken, zoals ik, zoals alles en iedereen min of meer. Min of meer?
Ik consumeer niet meer of minder dan vroeger maar gaan winkelen is tegenwoordig niet min. Meerwaarde heeft het nog nauwelijks. Ik hou niet van gedoe, van druk verkeer en van overvolle parkings. Ik ben verder een hele gemakkelijke klant en doe nooit moeilijk. Als een koning hoef ik nergens behandeld te worden, daar zou ik me alleen maar ongemakkelijk bij voelen. Wat ik tegenwoordig meemaak, tart qua ongemotiveerdheid, klakkeloosheid, onvriendelijkheid en totale desinteresse elke verbeelding. Ik fantaseer en mijmer nochtans graag. Over vroeger, over de tijd dat kleine zelfstandigen het straatbeeld kleurden. De tijd waarin winkelen een sociaal gebeuren was. Met vriendelijke mensen, ook al was die vriendelijkheid langs een kant misschien ‘gespeeld’ en commercieel getint, het was aangenaam. Dat is het allang niet meer. Kleine winkeltjes zijn weggeconcurreerd door grote winkelketens die mij alleszins niet meer boeien. Ze worden doorgaans bemand door jong, aangenaam ogend maar totaal onwetend, futloos en apathisch personeel dat zich nog net niet luidop afvraagt waarom je nu net hen in godsnaam komt lastigvallen.
En dan denk ik steeds vaker: waarom nog zoveel moeite doen? Met de muis klikt het immers altijd. Met de nadruk op ‘tijd’, die ik dan ook nog eens bespaar. Ik kan zelf researchen, prijzen vergelijken, bestellen, afrekenen en alles netjes laten thuisbezorgen door een vriendelijke man die waarschijnlijk in het verkeer minder hoffelijk is omdat hij onmenselijk veel pakjes moet bezorgen in hemeltergend weinig tijd.
Zo zie je maar. Johan Cruijff was een wereldvoetballer en een buitengewoon redenaar. Hij had altijd gelijk, zeker toen hij zei dat ‘elk voordeel ze nadeel hep’. Ook hij hield niet van regeltjes en tastte voortdurend grenzen af. Volgens velen lagen die ergens tussen arrogantie, zelfingenomenheid, overtuigdheid van het eigen gelijk, beroepskennis, passie en genialiteit maar ze waren in elk geval origineel. Zelfbedacht, apart en verrassend maar anderzijds ook waarachtig.
Ja, ik lijd mee met de lokale handelaars, de mensen die het allemaal goed bedoelen, handelaars en vakmannen van de oude stempel die weer sfeer willen in het dorpscentrum en hun klanten zelfs als keizers zouden behandelen. Bijna uit medelijden fiets ik er weleens naartoe. Gewoon om zomaar iets te kopen, op het steunen af. Anderzijds denk ik: is het geen verloren strijd? Zouden dorpscentra niet beter helemaal heringericht worden? Het accent verleggend van het commerciële naar het sociale? Leegstaande en andere panden vervangen door veel meer groen, ruimte, gezellige plekjes, bankjes, cafeetjes, skateparken en pleintjes waar oud jong leert petanque spelen of jong oud leert omgaan met een smartphone? Ik zie het zo voor me. Ja, ik ben een romanticus en nee, ik ben niet gek. Een mens moet dromen.
Zelf heb ik leren surfen, terwijl ik niet kan zwemmen en stijf sta van de watervrees. Ongelooflijk. Ik heb leren winkelen op overvolle informatienetwerken, terwijl ik drukte haat als de pest. En dat voelt goed. Toch loop ik er niet mee te koop, want zo’n durver ben ik nu ook weer niet en van heldhaftigheid is al helemaal geen sprake.
Opscheppend opperen dat ‘ik kan surfen’ en dat ik ‘overal ter wereld winkel’ … Het zou dwaas en ridicuul zijn. Ik zou op hoongelach onthaald worden. Helemaal terecht overigens, want ik durf niet eens door een plasje water te lopen of verder dan rond de kerktoren met de auto te rijden. Laatst hoorde ik toevallig het woord ‘swinkelen’. Afgeleid van surfend winkelen. Het heeft iets speels, net als hinkelen. Keuzes maken. Iets wat ik kan. Grensverleggend ook qua taligheid. Dat is ook al mooi. Swinkelen. Het heeft iets. Ja, het huppelt.
02-03-2024 |
![]() | Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk hieronder of klik eerst op TOELICHTING voor de werkwijze. |
Wees de eerste om commentaar te geven.
![]() | Graag jouw waardering voor de kwaliteit van deze inzending: Stem 1=minimaal, 2=matig, 3= voldoende, 4=goed, 5=perfect. |
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.
Klik op een titel om de inzending te lezen.