Het is een wonder dat ik vandaag nog glimlachen kan, want na lezing van de dagbladen valt er weinig te lachen. En dan heb ik al het nieuws over de verspreiding van corona in al zijn variaties en de tekorten aan vaccins nog overgeslagen.
In Noord-Nederland, waar ik woon, valt er al helemaal niets te lachen. Zo laat men vanuit Den Haag steken vallen in het dossier aardbevingsschade en wachten ook hier, net als in de toeslagenaffaire, de slachtoffers nog steeds op genoegdoening. Als klap op de vuurpijl las ik vandaag in de krant dat men in Den Haag nog twee ideeën ten uitvoer wil brengen die Noord-Nederland schade berokkenen. Zo is men bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat op het idee gekomen om een vergunning te verlenen voor de aanleg van een 100 km lange stroomkabel vanaf de Noordzee, dwars door de Waddenzee en vervolgens door akkers en kwelders aan de kustlijn van de provincie Groningen. Destructie van werelderfgoed. Wie bedenkt dat?
Ook de ministeries van Defensie en van Infrastructuur en Waterstaat doen een duit in het zakje. Bij het inrichten van het overvolle luchtruim heeft men besloten alle militaire vluchten boven de drie noordelijke provincies en de kop van Overijssel te laten plaatsvinden. Het luchtruim boven Zuid-Nederland is dan alleen bestemd voor de burgerluchtvaart. Dat wordt schudden in Groningen. De aarde beeft al en in de lucht zal het knallen door laagovervliegende militaire vliegtuigen die door de geluidsbarrière gaan. Het is gedaan met de stiltegebieden in ons mooie landje. Tja, wat valt er dan nog te lachen...
Het ijzeren ros van premier Rutte staat bij de trap van het Paleis Huis ten Bosch. Een prachtig oer-Hollands beeld. Op de fiets van het Binnenhof naar het optrekje van de koning om het ontslag van het kabinet aan te bieden. Het is Rutte en consorten dan na al die jaren toch nog gelukt om een glimlach op mijn gezicht te toveren. En nu maar hopen dat er een nieuwe groep politici opstaat die wel rekening houdt met de menselijke maat.