De advocaat hield die vrouwelijke rechter een spiegel voor; ze werd steeds linker zeg!
Als de ene rechter je in het gelijk stelt, en de avondklok met onmiddellijke ingang afschaft, hoe kan het dan dat de andere dat niet doet, bij gelijke omstandigheden? Kent de een de wet beter dan de ander? De advocaat wilde haar wraken, maar dat lukte niet. De zaak werd opgeschort of zoiets. Rutte heeft geen tijd te verliezen.
‘Opzij, op zij. Maak plaats! Ik heb ongelofelijke haast. Rennen naar de Tweede en vliegen naar de Eerste Kamer. De avondklok blijft gehandhaafd.’
‘Meneer Rutte, u contamineert.’
‘Dan doe ik mijn mondkapje voor.’
‘Het is “blijft van kracht”, of “wordt gehandhaafd”.’
‘Opzij, anders verstrijkt de datum voor die noodwet.’
‘Mijn datum ook eerdaags.’
‘Datum…?’
‘Jarenlang utopisch ver weg. Vanaf die leeftijd mocht je vroeger gratis met de tram…’
‘Dat kan ik mij niet herinneren…’
‘Komt dat grote jongerenfeest er nog?’
‘Jazeker, ze hebben niets.’
‘Ik wil op die voor mij toch bijzondere dag een “feestje in het klein” vieren met twee familieleden; ze wonen maar vijfhonderd meter bij mij vandaan.’
‘Eén mag, maar die moet vóór de avondklok weer thuis zijn.’
Wat heb ik nog in het verschiet? Ik krijg een e-mail van een theater dat het concert – voor maar weinig mensen – van verleden jaar maart ook nu niet doorgaat. De planning is volgend jaar maart. Dus, als alles doorgaat, moet ik twee jaar wachten op een concert. En dan denk ik, je wordt ouder… Nee, niet aan denken. Of moet ik voor de zekerheid toch maar het geld voor de kaartjes terugvragen? Want zoveel met aangrenzende zekerheid nog bij te kunnen wonen concerten zoals jongeren die hebben, heb ik niet.
‘Twee teststraten, dat wordt nog een hele exercitie,’ zegt de eventmanager
‘Twee…?’
‘Ja, een voor de coronatest en een voor de pillen. En ik vrees een hoop botbreuken.’
‘Er wordt toch niet meer geschaatst?’
‘De jeugd mag los. Eindelijk. Dan hebben ze een pilletje op, gaan dansen en valt het haar dat al weken niet is geknipt voor hun ogen. Voor je het weet is het gebeurd.’
‘Is het dan wel vertrouwd?’
‘Was massaal het ijs op gaan dat wel? We zullen het zien hè. Tenslotte is het een experiment. Ik heb alweer een plan voor een nieuw event ingediend: een bingoavond in de Ziggo Dome. Anders voelt dat ouwe gebak zich weer gediscrimineerd. Een volle kaart geeft recht op vaccinatie naar keuze.’