Mijn hond jaagt op konijnen, maar met een bepaalde tuttigheid. Als het konijn verkiest rechtdoor de bosjes een toevluchtsoord te zoeken, gaat Sam keurig om het bosje heen, steekt zijn neus in de wind en scharrelt nog wat. Als het konijn zich vervolgens muisstil houdt dan wordt hij gered door de spanningsboog van Sam, die luttele seconden duurt.
Ik probeer hem keer op keer uit te leggen dat een echte konijnenjager niet zou schromen de pluizige witte wipstaartjes dwars door de bosjes te volgen tot in het hol, maar Sam beslist anders. Voor hem zit het plezier in het rennen en daarmee is de kous af.
Nu we weer thuis zijn van Vlieland roep ik elke keer blij: ‘kom Sam we gaan naar het park’. In een kort moment zie ik dat Sam zijn neus ophaalt.
Sinds Vlieland is hij zwaar verveeld. Je ziet hem denken: ‘ik weet dat er een plek op aarde is, waar ik uren kan rennen en kan rollen in de rotte vis om vervolgens achter de konijnen aan te gaan’. Ergens snap ik Sam wel, de konijnen die in het park vrij rondhuppelen zijn tam. De herten zitten achter een hek, dus wat is de lol.
Conclusie, mijn hond heeft een duidelijke voorkeur en daar is niets mis mee. Ik geef hem geen ongelijk. De rust, ruimte en de heerlijk zee- en duingeur prefereer ook ik boven de wokgeurtjes van het restaurant in het park. Voor Sam is dat toch een beetje afhankelijk van wat er in de wok zit.
#konijnenbout
#hondenleven
Tevreden over dit artikel? Deel het met anderen voor meer lezers.