“Kan ik u helpen met uw boodschappen te dragen?” Een uit de kluiten gewassen puber biedt zijn hulp aan:
“Alleraardigst, alleraardigst , mijn dank is groot jongeman.” Zijn stem bibbert en even, ja even gelooft hij weer in de goedheid van mens en maatschappij.
Dan houdt de puber zijn hand op.
Ondanks zijn brute gedrag mist ze hem. In de spiegel en ziet Jo de bijna verdwenen blauwe plekken. Treurige ogen kijken haar aan. Als ze later in de kamer zit hoort ze gemorrel van een sleutel .De...