Liggend op de bank kijkt hij naar het plafond en ziet de scheuren. Hij kijkt opzij en ziet de afgebladderde deur.
Zucht.
Ze zei het dagelijks: ‘Er moet iets aan gedaan worden.’
Hij lachte het weg.
Nu…
Ze is er niet meer en hij ziet het nu ook maar helaas is het nu…Te laat.