Ze stampte woedend door de sneeuw.
Ze brieste, al was dat met deze koude niet eens zo gek.
Niemand in de buurt. Niemand reageerde. Ze voelde de ijskoude blik, de ijskoude rilling die langs haar ruggengraat naar beneden gleed en als laatste de warmste handen ooit.
Al snel hielden de sneeuwvlokjes op met smelten.
Ondanks zijn brute gedrag mist ze hem. In de spiegel en ziet Jo de bijna verdwenen blauwe plekken. Treurige ogen kijken haar aan. Als ze later in de kamer zit hoort ze gemorrel van een sleutel .De...