Bram herkende de malle rode muts van verre.
‘Wij schaatsen hier!’ Zijn vriend sneed Brams buurmeisje de pas af.
Ze viel, krabbelde overeind en schaatste weg toen Bram bleef zwijgen.
Later, onderweg naar huis, ontdekte hij scheuren in het ijs. Verderop dreef iets roods. Hij gilde, maar had net zo goed kunnen zwijgen.
Ondanks zijn brute gedrag mist ze hem. In de spiegel en ziet Jo de bijna verdwenen blauwe plekken. Treurige ogen kijken haar aan. Als ze later in de kamer zit hoort ze gemorrel van een sleutel .De...