Gras!
Dat hij dit nog mag meemaken. Ingeklemd tussen dode, grijze tegels en koud, donker asfalt prijkt een groen vierkantje. Sappige sprieten in vette aarde. Een klein, paradijselijk stukje ongetemde wildgroei in de doelmatige, kille stadsjungle.
Opluchting maakt zich van hem meester. Hij kijkt naar beneden. "Kijk Bello," zegt hij, "hier kun je poepen."