Jansje zorgt vaak tijdelijk voor dieren.
Nu voor Poekie, hij blaast, hij krabt, hij bijt, hij is vals.
Hij zit op de tafel en blaast naar haar.
Ze opent de keukendeur.
Hummel het kuiken zit op een handdoek.
De kater vliegt binnen, gaat naast Hummel liggen.
Alle valsheid is verdwenen, hij likt het kuiken.