Mama en ik waren ooit in Tunesië. Als blondine was ik daar gewild. Iemand bood mijn moeder honderd kamelen aan in ruil, maar dat wilde ze, uiteraard, niet. Toen mijn vader dát hoorde grapte hij: ’waarom niet? Goeie deal toch?’ Waarop mijn moeder droog zei: ‘die honderd kamelen pasten niet in het vliegtuig.’
Nadat de piloot het vliegtuig aan de grond heeft gezet, beginnen de passagiers te klappen. Leo vraagt zijn moeder, die lijkbleek naast hem zit: ‘Waarom klappen ze?’ 'Ze zijn blij dat de landing is...