Een leerling uit groep 3: “Mijn opa heeft een kappersakie.” “O ja? Komen er veel mensen om hun haar te laten knippen?” Ze wierp ons een blik toe, alsof we niet goed bij ons hoofd waren. “Mijn opa heeft een Káppersákie!” Ze herhaalde het nadrukkelijk. “Als ik groot ben, mag ik er ook op rijden.”
Ik wil de mijne kwijt, maar ik kan hem nergens vinden. Het ene lijkt ook zo op het andere. Is het geel of is het wit? Ik loop rond als een kip zonder. Misschien heb ik het reeds samen met een koek...