Feedback:
Vragen, vragen, vragen…
De schrijver is ‘lam geslagen’. (Waarschijnlijk wordt lamgeslagen bedoeld.) Toch blijkt hij volstrekt geen hinder te ondervinden van zijn apathie: Hij ijsbeert driftig door het studeervertrek. Jazeker, hij ijsbeert. Echter niet als een ordinaire ijsbeer. O nee, hij ijsbeert ‘als een gekooide tijger’. Zit hij daadwerkelijk gevangen? De Duivel mag het weten! Oorzaak? Zijn boek is verboden. Werd de schrijver definitief monddood gemaakt? Nee hoor! Hij heeft immers nog schrijfgerei en produceert zelfs zijn eerste zin- na een zucht geslaakt en een blik naar buiten geworpen te hebben. Fantaseert hij- al schrijvende in zijn notitieboekje- over de oude eik ginder? Bijvoorbeeld dat hij zichzelf er met een stevig koord aan opknoopt? Of dat hij een tak afbreekt om er zijn vijanden mee te tuchtigen? Of spiegelt hij zich aan de eikeltjes van deze ‘bondgenoot’? Al te veel vragen voor zo’n korte tekst, waarin niks gebeurt.