Jan Klaassen was trompetter. Hij zit nu in een rolstoel. Sprakeloos, verward en incontinent. Kromme vingers glijden over het glimmende instrument op zijn schoot. Jan kan niet zonder. Dan raakt hij in paniek. Fanfaremuziek staat op. Jan brengt de trompet naar zijn lippen. Blaasproblemen spelen hem parten, maar hij geniet met hart en ziel.
Op wandel met mijn kleindochter stopte ik bij een huisje, waar vroeger een man woonde die nooit naar de supermarkt moest gaan om vlees te kopen, omdat hij zijn eigen varkens kweekte. Ik vertelde...