‘Soms vergeet ik dingen, maar jou vergeet ik nooit. Dat beloof ik.’ Ze drukt Bert tegen zich aan.
‘Mevrouw Baltussen, uw man is hier. Laat u Bert maar even los.’
‘Dat zou je willen, zuster. Maar deze is van mij!’
‘Liefje. Ik ben Frans, je echtgenoot.’
‘In je dromen, Casanova. Ik ben al bezet.’