‘Ik zou nog één keer willen zien hoe de zon ondergaat,' zei je.
Ik begreep je wens. Deze zomer rende je nog over het strand. Urenlang keek je naar het spel van de golven.
‘We moeten gaan vóór het te laat is.
We zaten en we zwegen. De zon nam op schitterende wijze afscheid.